‘Je weet als christen hoe belangrijk een heilig boek is’
Het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims staat eensgezind tegenover de verbranding van korans. De vrijheid van meningsuiting staat een verbod daarop in de weg.
“Als je mijn moslimvrienden kwetst, dan kwets je mij ook”, zegt de joodse oud-senator voor D66 Hanneke Gelderblom-Lankhout. Daniëlle Leder, projectleider Ontmoeting met moslims bij de Protestantse Kerk, sluit zich daarbij aan: “Je weet als christen hoe belangrijk een heilig boek is. Ik zie het vernielen van de Koran als een grote schande.”
Gelderblom en Leder zitten in het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims, het OJCM, dat wordt voorgezeten door moslim Muhsin Köktas. Een formele gesprekspartner voor de overheid is het niet, maar in het overlegorgaan zijn wel grote religieuze organisaties vertegenwoordigd. Secretaris Leder zit erin namens de Raad van Kerken met zijn achterban van zes miljoen leden. Köktas is afgevaardigd door het Contactorgaan moslims en overheid. En Gelderblom is actief in de joodse gemeenschap, die met twee organisaties in het OJCM is vertegenwoordigd.
Ongerustheid
Voorzitter Köktas ziet onder Nederlandse moslims grote ongerustheid en boosheid na de recente koranverbrandingen in Zweden en Denemarken. “Mensen zijn niet eens zozeer boos op diegenen die de Koran verbranden, maar nog meer op landen die dat toestaan. In de moslimgemeenschap neemt hierdoor het wantrouwen in de overheid toe”, zegt hij.
Ingrijpen bij het verbranden van de Koran stuit in Scandinavië op de vrijheid van meningsuiting. Ook in Nederland wordt dat grondrecht aangevoerd om vernieling van de Koran te laten passeren, zoals in januari gebeurde in Den Haag, toen de voorman van anti-islamorganisatie Pegida bladzijden uit een koran trok. Het OJCM vindt die vrijheid van meningsuiting ook ‘heel belangrijk’, benadrukken alle drie de leden. “Je mag van alles roepen over de islam. Dat vinden wij niet leuk, maar het is niet verboden”, zegt Gelderblom. “Maar verbranden of verscheuren van de Koran is een doelbewuste actie om moslims te kwetsen. Dit is haatzaaien, met opzet. Dat is de grens, daar mag je niet overheen.”
Het is belangrijk die lijn te trekken, zegt ze, het is geen optie de schouders op te halen en niet te reageren: “In joodse kringen hoor je: het begint bij boekverbranding en je weet waar dat eindigt. In Auschwitz.”
Ook Daniëlle Leder van de Raad van Kerken zou niet weten waarom moslims dan wel christenen zich niet te veel moeten aantrekken van de koranvernielingen. Ze vindt het ‘zorgwekkend’ dat ze van kerken zo weinig hoort, en trouwens ook niet van anderen. “Je kunt niet zeggen: omdat het ons nu niet deert, doen we niks. Wat zou je voelen als de Nederlandse vlag wordt verbrand, of de regenboogvlag? Uit respect voor mensen met een andere levensovertuiging moet je nu in actie komen.”
Burgemeesters
Het overlegorgaan vindt dat met name burgemeesters meer kunnen doen. Eerder spoorden zeven moskeeën burgemeesters al aan te voorkomen dat het tot vernieling van de Koran komt. Een demonstratie vooraf verbieden verdraagt zich volgens het OJCM niet met de vrijheid van meningsuiting. Het overlegorgaan ziet meer in het formuleren van voorwaarden bij een demonstratie. “De burgemeester kan zeggen: je hebt het recht te demonstreren, maar weet dat het afgelopen is als je lucifers pakt om de Koran in brand te steken, of als je met je handen bladzijden uit de Koran wilt scheuren. Als je dat doet, dan word je opgepakt.”
In Rotterdam is dit al beleid, ook aangekondigde demonstraties in Eindhoven en Enschede van Pegida gingen niet door na waarschuwingen vanuit de gemeente.
Bij de Haagse burgemeester Jan van Zanen – ook voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten – ving het OJCM tot nu toe bot. Pegida-voorman Edwin Wagensveld mocht in januari weliswaar geen Koran verbranden, hij kon er wel bladzijden uit scheuren zonder dat er werd ingegrepen. Want verscheuren brengt de veiligheid op straat niet in gevaar, dat is geen wanordelijkheid in de zin van de wet, zei Van Zanen daarover in de gemeenteraad.
Strafrecht
Het OJCM ziet echter juridisch wel mogelijkheden op te treden. Volgens het wetboek van strafrecht (artikel 137c) mag niemand zich opzettelijk beledigend uitlaten, ‘mondeling of bij geschrift of afbeelding.’ “Je ‘uitlaten’ kan ook een daad zijn, en verbranden of verscheuren van de Koran ís een daad”, zegt Köktas.
Zo redenerend, is er volgens het OJCM geen verandering van de wet nodig om vernieling van heilige boeken aan te pakken. Gelderblom: “De burgemeesters kúnnen het al. Laat ze allemaal zo moedig zijn dit te doen.”
Bron: Trouw 7 augustus 2023
auteur: Maaike van Houten